Jezus heeft in het voorbijgaan een ontmoeting met een blinde man. In die tijd liepen mensen blinden altijd zo voorbij. Maar Jezus niet … Hij ziet de man wel!
Hij geneest deze blinde man. Als de man weer kan zien, weet hij al niet meer waar Jezus is.
Jezus is al voorbijgegaan. Maar deze korte ontmoeting verandert het hele leven van deze man.
Deze ontmoeting wordt als volgt uitgebeeld:

Onder de schikking ligt een paarse doek, symbool van ingetogenheid met daarop jute, het symbool van nederigheid. De roze doek staat voor het licht van Pasen, wat doorbreekt.
De twee schalen zijn weer verbonden met takken, dit verbeeldt de ontmoeting, ze kruisen en ontmoeten elkaar.
De linkerschaal is gevuld met zand en witte stenen, de berg en daarin staat een witte roos welke Jezus uitbeeldt. Witte stenen, daar verandert de gedaante van Jezus, zijn gezicht straalt als de zon en zijn kleren worden wit als het licht.
In de rechterschaal zien we een bloem die dicht is, symbool voor de blinde man en een bloem die open is, symbool voor de blinde man die ziende wordt..
Zien, niet zien, kijken en toch blind zijn.
De joodse leiders zien het niet, ze worden dan ook “ziende blind” genoemd